in eindeloos ritme
slaat de zee op de kust
vanaf het begin van de schepping
op rotsen
vlakke stranden
woest schuimkoppend
rollend
in een zachte deining

wisselend haar ritme,
wisselend haar stemming

met grote krachten slijpt zij
diepe groeven in graniet
dan weer schuurt ze
ronde vormen in steen

in eindeloos ritme
rolt de zee op de kust

eeuwig blijft zij…

 

 

aan het eind van de aarde
waar de zee op de
rotsen beukt
keert het water terug
perst zich door eeuwenlang
geërodeerde groeven
met ongekende kracht
komt de zee tot rust